13. Nieuw-Guinea 1950-1962
Het westelijk deel van Nieuw-Guinea maakte deel uit van Nederlands-Indië, maar was eind 1949 buiten de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië gebleven. De Indonesische leider Soekarno wilde Nieuw-Guinea zo snel mogelijk inlijven. Het ‘laatste stukje Indië’ werd vanaf 1950 zodoende inzet van een slepend conflict tussen Nederland en Indonesië dat rond 1960 een sterker militair karakter kreeg.
Na enkele kleinschalige infiltraties nam de Indonesische militaire dreiging vanaf 1958 flink toe, zodat Nederland de troepensterkte tot ongeveer 10.000 militairen opvoerde. Zij kregen in 1962 te maken met infiltraties van duizenden Indonesische militairen (parachutisten). In augustus 1962 werd duidelijk dat Indonesië een grote invasie voorbereidde en dat Nederland geen steun van bondgenoten hoefde te verwachten. Daarom droeg Nederland het gebied in oktober 1962 over aan de VN die het enkele maanden later weer aan Indonesië overdroegen.
Van de ongeveer 30.000 ingezette Nederlandse militairen (1950-1962) kwamen er ruim honderd om het leven.